Uit “Onbetrouwbare Overheid” blijkt o.a.:
“Daarbij bezaten zij nu in principe een schone grondverklaring. Bovendien verkrijgen zij de gronden en gebouwen op deze wijze hypotheek vrij. Uit de jaarrekening van 2001 blijkt dat Prowi Leusink nog een hypotheek bezat van € 1. 134. 450 (zie onder) over het betrokken onroerend goed. Alleen al het hypotheek vrij maken maakte het hele fraude project van Leusink de moeite voor hem waard. Deze financiële winsten moesten fiscaal bericht worden en het bleek Leusink en Crans dat het voor hen gunstiger was om dit niet via een voor hen kostbare vennootschap’s aangifte te doen maar via een privé aangifte. Kok werd derhalve door hen gevraagd om de gunstige vervuilde grond regeling in privé voor hen om te zetten. Ook dat deed Kok en bevestigde dit middels een schrijven aan hen op 28 juli 2004.
Kok’s derde vergrijp.
Uit de 2001 jaarrekening van Prowi Holding BV blijkt:
Bankschulden
Pag 17. 3.6 LANGLOPENDE SCHULDEN
Hypothecaire lening ING Bank
De looptijd van deze hypotheek is 20 jaar, het rentepercentage bedraagt 5,75%. Het oorspronkelijk bedrag van de schuld is € 1.134.450. De aflossingen geschieden met € 14.180 per kwartaal.
Voor deze hypothecaire lening zijn de volgende zakelijke zekerheden gesteld:
- Een eerste hypotheek ad € 90 756 op het bedrijfspand aan de Chopinstraat 11 te 7557 EH Hengelo;
- Een tweede hypotheek ad € 1 043 695 op het bedrijfspand aan de Chopinstraat 11 te 7557 EH Hengelo;
- Een eerste verpanding huurvorderingen door Prowi Holding BV en Crale BV met ontruimingsverklaring, waarbij wordt uitgegaan van een minimale huuropbrengst van € 147 479;
- Medeschuldenaarstelling door Crale BV;
- Non-ontrekkingsverklaring bij een solvabiliteit beneden 30%.
- Middellange lening ING Bank
De looptijd van deze lening o/g is 58 maanden, het rentepercentage bedraagt 5,9% en staat tot 7 juni 2006 vast. Het oorspronkelijk bedrag van de schuld is € 340 335. De aflossingen geschieden met € 17 017 per kwartaal.”
De bekentenissen van de Gemeente Hengelo Commissie BZ inzake de vervuilde grond Prowi
Onderstaand de links naar de verslagen van de gemeente Hengelo inzake de rol van Hans Kok en de vervuilde gronden rondom Prowi . Kok bevestigde o.a. dat hij Leusink geloofde op zijn blauwe ogen, dezelfde ogen die Korver belazerde. Wethouder Kok deed wat hem door Leusink gevraagd werd. Zoals ook uit onderstaande verslagen blijkt bezitten deze dossiers zeer compromitterende informaties aangaande frauduleuze handelingen van de Gemeente en de Provincie inzake de vervuilde grond. Gezien deze en andere ons nu bekend geworden feiten zullen wij de Gemeente Hengelo en Kok aansprakelijk stellen voor het plegen van een of meerdere onrechtmatige daden en verwijtbaar handelen jegens ons.
Art. 9:1 Awb bepaalt dat een gedraging van een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan.
Zelfreflectie:
‘De verdachte heeft niet de indruk gewekt dat hij het verkeerde van zijn handelen inziet. Integendeel, hij heeft steeds volgehouden dat hem geen verwijt in strafrechtelijke zin kan worden gemaakt.’
Dit is een van de bevindingen uit het NIS-onderzoek uit 2012, dat Nederlandse politici problemen hebben met zelfreflectie en het bespreekbaar maken van incidenten (Slingerland, 2012).
De bekentenissen van de Gemeente Hengelo
Ingeval de Gemeente Hengelo de bovenstaande links weer mocht verwijderen plaatsen wij voor de zekerheid onderstaand de harde kopieën van de bovengenoemde verslagen (februari 2020: de gemeente heeft de betrokken verslagen plotseling verwijderd van haar website. U kunt de betrokken verslagen echter hieronder lezen):
Gemeente Hengelo Verslag Commissie BZ 16-02-2006 deel I
Onder andere uit pagina 9 van het verslag van de extra vergadering van de commissie Bestuurszaken Gemeente Hengelo, gehouden op donderdag 16 februari 2006 (onder), de heer Mulder, raadslid, blijkt:
“Dat overzicht begint natuurlijk op 25 september 2002. Op dat moment werd informeel een afspraak neergelegd dat de gemeente Hengelo daadwerkelijk invulling zou geven aan de in 1998 gemaakte afspraak, via een schriftelijke bevestiging die niet ondertekend is, maar wel meegenomen is door de heer Leusink. Op dat moment ging het al fout. De volgende dag had de gemeente een schrijven van officiële aard moeten schrijven, waarin het had moeten aangeven dat die afspraak verviel, omdat diezelfde partij op de 26e aangaf dat die niet meer noodzakelijk was, omdat er een andere situatie was ontstaan. Toen had de gemeente adequaat moeten reageren, door te schrijven dat dan ook de samen gemaakte afspraak zou vervallen.
Dan komt de heer Korver binnen en die vraagt bij de desbetreffende ambtenaar, die aanwezig was bij het gesprek op de 25e, waar ook wethouder Kok bij aanwezig was geweest, of er nog een bijdrage komt vanuit de gemeente voor de oplossing van de saneringsproblematiek. Daar wordt in feite heel formeel gezegd: men volgt de algemene lijnen. Daar heb je niet veel aan; dat houdt eigenlijk in dat de nieuwe koper er niet van uit mag gaan dat de saneringsregeling uit 1998 ook voor hem geldt (voor de curator gold dat wel). Twijfel in feite. Die twijfel is ook geuit richting de wethouder, in de trant van: hoe moet ik hiermee verder gaan? Er zijn door de heer Korver ook uitspraken gedaan waarin je voor de heer Leusink in feite kunt zeggen: is dat allemaal wel juist wat hij daar verteld heeft?; klopt dat wel? Op dat moment had het toch heel normaal moeten zijn (want het ging toch om een bedrag van € 1.225.000.–) dat de gemeente in ieder geval actie had ondernomen om eens wat meer achter-grondinformatie te krijgen over de partijen die bij de zaak betrokken waren. Dat ontbreekt echter. Die informatiebehoefte ontbreekt in het gehele traject. Men neemt aan dat de informatie juist is. De heer Kok heeft zelf gezegd: ik ben een beetje in zijn (Leusink’s) blauwe ogen gevallen. Maar daarvoor moet een wethouder juist waken. Hij moet die blauwe ogen kunnen doorschouwen.
Op 29 november is de curator langsgekomen. Dan moet er toch een lampje gaan branden, als iemand van dat kaliber bij je komt en vraagt naar de afspraken rond de sanering van het betrokken terrein. Als je dan doorgaat op dezelfde wijze, in dezelfde lijn, met een dubbele agenda – Leusink heeft een ander verhaal in de pocket dan de andere partijen -, dan ben je in mijn optiek uit oogpunt van integriteit op een hellend vlak terechtgekomen. Dan ben je echt aan het afdwalen. Dat vind ik ook zeer griezelig. Op dat moment kwam het verdriet bij mij ook veel sterker opzetten. Want toen kreeg ik het gevoel dat ik er politiek-bestuurlijk nog lang niet uit was.
Dan komt er een ongedateerde mail – die moet verstuurd zijn tussen 17 januari en 24 februari – waarin heel duidelijk naar voren komt dat er partij gekozen is. Men wil de heer Leusink te allen tijde zo goed mogelijk helpen, zodat hij uiteindelijk het heft in handen krijgt ten aanzien van de gronden. Griezelig vind ik dit. Partijdigheid van de gemeente vind ik heel griezelig. Het is misschien hard wat ik uitspreek, misschien veel te zwaar. Ik hoop dat mijn opmerkingen straks weerlegd kunnen worden. Tussendoor vindt er nog een gesprek plaats met de ING, waarin in feite weer hetzelfde verhaal verteld wordt van de algemene gelijkheid – dus met andere woorden: wij willen wel de curator, maar wij gaan niet, als het iemand anders is, direct toezeggen dat wij de gelden voor de sanering beschikbaar stellen.
Dan krijgen wij 8 april. Weer worden twee brieven verstuurd – ook de heer Kok is daarvan op de hoogte. Hetzelfde verhaal als op de 25e en de 26e september. De eerste brief ging naar de heer Leusink en de tweede brief ging eveneens naar de heer Leusink De heer Leusink nam de brief waar hij het meeste voordeel bij had mee naar de curator. Daarvoor is hij ook veroordeeld. Op 16 april moet alles opeens versneld, want er is haast. De advocaat van de heer Leusink wil snel tot een afhandeling komen. Op 28 mei wordt het geheel verkocht – precies zoals men had verwacht. Eén persoon in het hele spel weet precies hoe de hazen lopen. Hij weet ze allemaal te vinden en laat ze lopen zoals hij ze wil laten lopen. En dat vind ik een heel slechte zaak. Daar is politiek-bestuurlijk een groot gemis ontstaan. Dan zie je ook heel snel dat het eigendom in bezit komt van degene die er zo druk over was; hij heeft daar een BV voor opgericht. En dan denkt hij heel slim te zijn, door het bezit privé te trekken. En dan komt hij bij mensen terecht die meer verstand hebben van cijfers. Die hadden hem redelijk snel door. Die hadden snel door dat hij iets wat veel meer waard was, tegen een zacht prijsje privé wilde krijgen. Als de sanering had plaatsgevonden, dan had hij privé een hoge meerwaarde gekregen en die meerwaarde had hij dan zo in de zak kunnen steken. Toen kwam de zaak eigenlijk boven water. Dit is even wat ik zelf heb gevoeld toen ik de zaak heb doorgeworsteld. Ik vind wel dat het belachelijk is dat wij voor een dergelijke zaak zo weinig tijd hebben en dat wij bovendien onder een zo grote tijdsdruk hier met elkaar over de zaak moeten spreken. Ik kom daar later nog op terug. Mijn vraag is: wat is de gemeente te verwijten? Te verwijten is dat de gemeente de heer Leusink middelen in handen heeft gegeven waarmee hij kon manipuleren. Ik verwijs naar de brieven. Te verwijten is dat de gemeente met een dubbelde agenda heeft gewerkt, om zo de positie van de heer Leusink te versterken. Het bewustzijn moet aanwezig zijn geweest; ik kan mij niet voorstellen dat zulke hooggeschoolde mensen niet in de gaten hebben dat daar voordeel uit te halen is. De gemeente heeft de integriteit van het openbaar bestuur ter discussie gesteld. Altijd proberen dat zo goed mogelijk te doen, naar alle partijen toe. Er mag geen verschil zijn in benadering van A en B. Dat verschil is in dit geval wel aangetoond. De gemeente was er goed van op de hoogte hoe de hazen liepen en deed actief mee in het hele proces. “Partijdigheid” noem ik dat. Betrokken partijen waren goed op de hoogte van de ontwikkelingen. Men wist precies waar het om ging. Het ging niet alleen om de hoofdlijnen; men wist precies hoe de hazen liepen. Onbegrijpelijk! Geen bronnenonderzoek voor en tijdens het proces. Er waren toch voldoende momenten aanwezig om dat wél te doen. Een beperkte groep wist wat er speelde. Waar bleef de rol van het college? Loslaten van de uitgangspunten van integer zijn. Geen enkel moment van heroverweging. De datum van 11 december was bij uitstek een moment geweest om te zeggen: Ho, dit gaat helemaal niet goed; hier treden wij op; de kaarten gaan op tafel. Politiek-bestuurlijk zijn er heel grove fouten gemaakt. Wie draagt hier de verantwoordelijkheid voor? Wij vinden dat 5 augustus 2005 zeker een moment was geweest om de raad te informeren. Het is een omissie dat dit niet is gebeurd. Wij vinden ook – de accountant heeft het al in zijn jaarverslagen toegegeven – dat er in deze organisatie veel te weinig controle plaatsvindt en dat er veel te veel op eigen antenne wordt gevaren.” Zie onder alle verslagen.
Gemeente Hengelo Verslag commissie BZ 16-02-2006 deel IGemeente Hengelo Verslag Commissie BZ 20-02-2006 deel II
Gemeente Hengelo Verslag commissie BZ 20-02-2006 deel IIGemeentelijke betrokkenheid bij de afwikkeling van het faillissement van de Prowi BV’s.
Gemeentelijke betrokkenheid bij de afwikkeling van het faillisse-ment van de Prowi BV’s (106340)