Onderstaand de response van advocaat Kroon van Advocatenkantoor Damsté (advocaten van Leusink c.s. en de Gemeente Hengelo) d.d. 7 augustus op onze ingebrekestelling van 5 juli 2002 en ons verzoek tot getuigenverhoor van 4 september 2002. Kroon ontkent alles wat wij naar voren brachten. Teneinde toch de waarheid boven tafel te halen, leek het ons verstandig om zo spoedig mogelijk een voorlopig getuigenverhoor op te starten, zodat de direct betrokkenen kunnen verklaren uit eigen wetenschap.
Kroon blijkt zeer goed op de hoogte van de huidige conditie van toen Prowi Korver te zijn wanneer hij stelt “Cliënten hebben begrepen dat het tweede kwartaal (onder inmiddels Korver) weer buitengewoon goed was. Kennelijk heeft Prowi weer zoveel orders dat zij – zoals u schrijft – inmiddels kampt met personeelsgebrek (in plaats van een overschot begin dit jaar)…”
Kroon tart niet alleen het feit dat hij over veel interne informatie aangaande Prowi Korver (uiteraard via Plattje en Leusink) bezit maar hij kondigt ook direct aan dat hij in kort geding betaling van de lening welke verkopers Leusink en Crans ter beschikking hadden gesteld wil gaan afdwingen. Hij weet heel goed dat via punt 6 van de notariële akte van de leningovereenkomst verrekening is uitgesloten en dat Korver ook ook geen beroep kan doen op opschorting van de betaling. Wellicht kan een beroep op het verweer dat uitsluiting van de verrekening in dit geval in strijd met de redelijkheid en de billijkheid is, wel baten. Korver doet een beroep op die redelijkheid en de billijkheid. Leusink verkocht hem tenslotte een vrijwel failliet bedrijf. Daarnaast zal Korver het verweer voeren (restitutierisico) dat hij een hogere vordering heeft op de heren Leusink en Crans en hun B.V.’s en dat er naar alle waarschijnlijkheid niets meer te halen zal zijn indien Leusink en Crans hier op aangesproken worden. Korver wilde overgaan tot getuigenverhoor en een bodemprocedure en was eventueel bereid het betrokken bedrag te “stallen” bij een notaris.
Kroon had om allerlei redenen, haast en wilde vooral procedures vermijden en wist verdomd goed dat financieringen ten gunste van Prowi Korver gebaseerd waren op de financiële cijfers zoals Leusink, Plattje en Crans aan accountants en banken ter beschikking had gesteld en dat die cijfers gelogen waren en feitelijk bleek dat Prowi Leusink gigantische verliezen leed maar tevens financieel volledig gedraineerd was door Leusink en Crans. Dat was, klaarblijkelijk, ook een verrassing voor de bank (ING Bank) van Prowi Leusink. Dezelfde bank welke de benodigde leningen voor de aankoop van Prowi Leusink door Korver aan laatsgenoemde contractueel had vastgelegd. Maar toen de bank vernam dat Prowi Leusink voor de de overdracht al gigantische verliezen leed zegde de bank die leningen op 20 juni, 2002 aan Korver op. Kroon wist dus dat Prowi Korver de betrokken lening niet binnen die termijn, veroorzaakt door de door Leusink aan Korver overgedragen verliezen en geplunderde kassa, meer kon aflossen. Kroon zal via onderstaand schrijven betaling per direct opeisen waarmee de eega’s van Leusink en Crans Prowi Korver succesvol konden liquideren.
Ten tijde van het in het onderstaande schrijven van Kroon bedoelde kort geding bleek de advocaat van Korver verhinderd en werd hij bijgestaan door een assistent uit het kantoor van Kalisvaart. Kroon vertelde de rechter o.a. dat Korver een “kasteel” (een “kasteel” van fl 300.000) in Frankrijk bezat en toch die lening niet wilde aflossen. “Ja, ja”, zei die rechter, “ik ken dat soort kastelen”… Korver kon zien dat de rechter witte sokken en sandalen droeg en wist vanaf dat moment dat hij verloren was.
Onze advocaat, mr. Shirley Vos van Hekkelman Terheggen & Rieter te Arnhem, assistent van mr. J.Kalisvaart welke op vakantie was, vroeg de rechter of de tegenpartij genoegen kon nemen met een minder bedrag nu en de rest later gezien de deplorabele positie in welke Korver het bedrijf bij aankoop aantrof. Mr. Kroon, de vertegenwoordiger van de tegenpartij, deelde de rechter mede dat zijn partij dat niet van zins was maar dat indien de rechter zou besluiten mijn firma failliet te doen verklaren zijn partij dan zeer geïnteresseerd zou zijn Prowi terug te nemen en voort te zetten.
Mr. Kroon vertelde de rechter dat de boekhouder en de productieleider van Prowi met ondersteuning van de voormalige directie van Prowi alreeds uitgewerkte plannen daartoe konden overleggen.
Ik had dus al geruime tijd een paar behoorlijke “Paarden van Troje” in de firma naast mij werken. Tukkerse collega’s…
De rechter vroeg nog aan Kroon “En is daarmee de werkgelegenheid van de mensen bij Prowi zekergesteld”? Waarop Kroon antwoordde; “Ja”.
Ik kon toen inpakken en mijn zojuist gekochte firma werd door de eega’s van de verkopers failliet verklaard.
Het doel van de voormalige directie van Prowi was bereikt. Ik was uitgeschakeld en kon de bodemprocedure tegen hen verder niet meer doorvoeren. Hun 6 miljoen was zeker gesteld en was bij hun banken door hen weggehaald geworden en verdwenen. Hun vermogen was ondertussen ten name van derden, o.a. eega’s overgezet geworden.
Scheiding:
Leusink was zelfs speciaal voor dat doel van zijn eega gescheiden. Blijkens een akte d.d. 31 december 1998 was Leusink op dat moment op huwelijkse voorwaarden gehuwd met Geertruidis Maria Elisabeth Oberjé in voor beiden eerste echt. Blijkens de leveringsakte van de aandelen van 25 maart 2002 was Leusink toen met mevrouw Oberjé op huwelijkse voorwaarden gehuwd in voor beiden tweede echt. Korver ondertekende de intentie koopovereenkomst met Leusink op 1 februari, 2002…
Leusink deelde in december 2001 aan Korver mee dat hij in scheiding lag. Enkele weken later deelde Leusink langs zijn neus weg aan Korver mee dat hij weer gehuwd was. Leusink heeft met de wijziging van zijn huwelijkse voorwaarden (voorlopig) bereikt dat Korver en Olimar voor claims tegen Leusink geen beslag op zijn villa konden leggen omdat die sinds de wijziging buiten de huwelijksgoederengemeenschap viel. Als wij derhalve onze procedure tegen de voormalige directie van Prowi hadden gewonnen dan hadden wij waarschijnlijk nul kunnen verhalen op de heren, Leusink en Crans. Tijdens datzelfde gesprek met Korver over zijn echtscheiding vertelde Leusink hem ook dat hij een whiplash had.
Later zouden zij via een scala aan frauduleuze handelingen met de medewerking van de Gemeente Hengelo voor een appel en een ei de firma terug in handen krijgen. Leusink en Crans haalden vrijwel direct 1 miljoen euro uit de zojuist, september 2002, door hun eega’s failliet verklaarde Prowi Korver en keerden dit bedrag aan zich uit.
Uit FIOD faillissements fraude onderzoeken.
Het gegeven dat het “onderhandenwenk Prowi Projectie en Winkelinterieur BV” en de voorraad half-fabrikaten niet bij Prowi Projecten en Winkelinterieur BV zijn verantwoord is opmerkelijk, vooral nu het er alle schijn van heeft dat de omvang van de baten die niet verantwoord zijn, de onbetaald gebleven opeisbare schuld ad. € 453.780 (middellijk H.J.G. Leusink en H.J.M. Crans elk de helft) van de Prowi-vennootschappen benaderd. Op 1 juni 2002 was € 453.780 direct opeisbaar, het restant van de koopsom, eveneens € 453.780, was door de verkopers als achtergestelde lening aan Olimar BV verstrekt. Deze niet betaalde direct opeisbare schulden hebben vervolgens geleid tot de faillissementen van de Prowi-vennootschappen. Op 25 maart 2004 wordt door J.E. Veenstra van KroeseWevers Accountants een notitie geschreven in zaken van de “winstverdeling en afwikkeling VOF naar verloop van tijd.” In de notitie wordt onder meer verwezen naar mondelinge afspraken welke er kort vertaald op neer komen dat afscheid van H.J.G. Leusink en H.J.M Crans uit Prowi Interieur VOF eerst aan de orde zou zijn tot er door Lido en Doli een bedrag van in totaal € 1.000.000 verdiend en uitbetaald zou zijn. Hier wordt mogelijk verwezen naar de verliezen (elk €453.780) welke H .J.G. Leusink en H.J.M. Crans ( middellijk) hebben geleden door de faillissementen van de Prowi vennootschappen. Als motief geldt vermoedelijk het feit dat H.J.G. Leusink en H.J.M. Crans op 25 maart 2002 hun aandelen in “Prowi’ hebben verkocht tegen een prijs van f 8.000.000′-‘ doch volgens hun zeggen door toedoen van de heer G. Korver uiteindelijk slechts f 6.000.000,- hebben ontvangen. Opmerkelijk is in dit verband het gegeven dat H.J.G. Leusink en H.J.M. Crans zich in eerste instantie ‘slechts’ presenteren als financiers van de doorstart voor B. Plattje en M.G.J. Schoolkate, niet een gebruikelijke rentevergoeding voor hun geïnvesteerd vermogen ontvangen, maar de volledige winst over 2002, met daarin de vermoedelijk onttrokken voorraden het onderhanden werk, incasseren.
Ja, ja die Tukkers, toch. Echte zakenmensen, leden van de tennisvereniging, de rotary, FC Twente en mét een speciale loge op kosten van het bedrijf. Prowi directeur Crans kocht onder andere zijn tennisuitrusting op kosten van en via de firma Prowi, zelfs nadat de firma aan Korver verkocht was! Financieel Directeur Plattje betaalde die rekeningen voor Crans en hield de betrokken facturen uit het zicht van Korver.
Waarom de ING Bank wel aan mij doorgaf dat de door mij aan Leusink en Crans betaalde 6 miljoen verdwenen was en daarmee mij toch een voorzet gaf om voorzichtig te zijn met verdere uitbetalingen aan de heren, en de bank mij dan in de steek laat door eenzijdig de toegezegde nog niet opgenomen financieringen te annuleren, is mij verder een raadsel. Of is het geen raadsel en was dat de reden dat de ING de kredietfaciliteit aan Korver had opgezegd, omdat zij hadden gezien dat het geld dat Korver aan Leusink en Crans overmaakte, verdween als sneeuw voor de zon?
Binnen 10 minuten na begin van de zitting stond Korver weer buiten: bankroet.
De rechter had ook kunnen besluiten of het, gezien de wijze waarop en conditie in welke Prowi Leusink aan Korver bij verkoop aan hem was overgedragen, wel redelijk en billijk was geweest Korver uitstel en tijd te geven, of een andere alternatieve tijdelijke oplossing voor te stellen, de betrokken lening terug te betalen.
Response Kroon7 08 2002Verzoek tot ontbinding van de koopovereenkomst
“Verzoekster is dan ook voornemens om bij uw rechtbank aan de hand van de uitkomsten van het voorlopig getuigenverhoor een bodemprocedure aanhangig maken”